Klik op Start en klik vervolgens op Configuratiescherm.
Klik in het Configuratiescherm op Beeldschermresolutie aanpassen onder Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen.
Klik onder Beeldschermresolutie en sleep de horizontale schuifregelaar om de schermresolutie te wijzigen en klik vervolgens op Toepassen.
Als de nieuwe instellingen compatibel zijn, wordt het scherm opnieuw weergegeven met de nieuwe instellingen.
Klik op Ja als u de nieuwe instellingen wilt behouden.
Opmerking:
Als de nieuwe instellingen niet werken, probeert Windows® automatisch terug te gaan naar de oorspronkelijke instellingen. Als het beeld is vervormd of als een fout wordt gemeld betreffende het scanbereik die niet automatisch kan worden hersteld, start u de computer opnieuw op. Druk tijdens het opstarten op <F8>, selecteer Veilige modus in het opstartmenu en druk vervolgens op <Enter> om de computer op te starten in de Veilige modus. Stel in de Veilige modus de beeldschermresolutie weer in op de oorspronkelijke waarden en start de computer opnieuw op.
Start de computer opnieuw op om zeker te zijn dat de instellingen van kracht blijven.
Het aanpassen van de vernieuwingsfrequentie wordt uitsluitend aangeraden voor monitoren met een beeldbuis en is niet nodig voor LCD-laptopschermen of LCD-flatpanelmonitoren.
Sluit alle open programma's.
Klik op Start en klik vervolgens op Configuratiescherm.
Klik in het Configuratiescherm op Beeldschermresolutie aanpassen onder Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen.
Klik op Geavanceerde instellingen en klik vervolgens op het tabblad Beeldscherm.
Klik op de keuzelijst Vernieuwingsfrequentie onder Beeldscherminstellingen.
Selecteer de gewenste vernieuwingsfrequentie uit de beschikbare opties en klik vervolgens op Toepassen.
Wanneer wordt gemeld dat Windows de vernieuwingsfrequentie gaat aanpassen, klikt u op OK.
Opmerking:
Als een waarschuwing wordt weergegeven met de melding dat u een aangepaste vernieuwingsfrequentie hebt opgegeven, klikt u op Ja.
Als de nieuwe instellingen compatibel zijn, wordt het scherm opnieuw weergegeven met de nieuwe instellingen.
Klik op Ja als u de nieuwe instellingen wilt behouden.
Opmerking:
Als de nieuwe instellingen niet werken, probeert Windows® automatisch terug te gaan naar de oorspronkelijke instellingen. Als het beeld is vervormd of als een fout wordt gemeld betreffende het scanbereik die niet automatisch kan worden hersteld, start u de computer opnieuw op. Druk tijdens het opstarten op <F8>, selecteer Veilige modus in het opstartmenu en druk vervolgens op <Enter> om de computer op te starten in de Veilige modus. Stel in de Veilige modus de beeldschermresolutie weer in op de oorspronkelijke waarden en start de computer opnieuw op.
Sluit alle vensters en start de computer opnieuw als u daarom wordt gevraagd.
De grootte van lettertypen en pictogrammen wijzigen
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad (niet op een pictogram).
Selecteer Aan persoonlijke voorkeur aanpassen.
Selecteer in het venster Persoonlijke instellingen de optie Lettertype groter of kleiner maken (DPI) in het linkerdeelvenster (Afbeelding 1). Afbeelding 1: Het venster Persoonlijke instellingen van Windows Vista
Selecteer de grootte die de tekst leesbaarder maakt of selecteer Aangepaste DPI... om de tekstgrootte aan te passen.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie over het wijzigen van de beeldschermresolutie het volgende artikel in de Microsoft Knowledge Base: "Make the Text on your Screen Larger or Smaller" (De tekst op uw scherm groter of kleiner maken).