Ga naar hoofdinhoud
  • Snel en eenvoudig bestellen
  • Bestellingen en de verzendstatus bekijken
  • Een lijst met producten maken en openen

Latitude 5521 Servicehandleiding

De systeemkaart verwijderen

Vereisten

  1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
  2. Verwijder de simkaart.
  3. Verwijder de microSD-kaart.
  4. Verwijder de onderplaat.
  5. Verwijder de geheugenmodule.
  6. Verwijder de 2280 SSD of 2230 SSD.
  7. Verwijder de WLAN-kaart.
  8. Verwijder de WWAN-kaart.
  9. Verwijder de batterij.
  10. Verwijder de koelplaat - UMA of discrete op basis van de systeemconfiguratie.
  11. Verwijder het binnenframe van de eenheid.

Over deze taak

De volgende afbeelding geeft de connectoren op de systeemkaart aan.

Afbeelding 1. Systeemkaartconnectoren
systeemkaartconnectors
  1. Connector van vingerafdruklezer
  2. WLAN-connector
  3. IR-cameraconnector
  4. Connector van eDP-/beeldschermkabel
  5. Connector voor systeemventilator
  6. Connector van clickpadkabel
  7. Geheugenmodules
  8. SSD (slot 1)
  9. Batterijkabelconnector
  10. Kabelconnector van de LED-kaart
  11. SSD (slot 2)
  12. Connector voor USH-kaart
  13. WWAN-connector
  14. Kabelconnector van de harde schijf
  15. Luidsprekerkabelconnector

De volgende afbeeldingen geven de locatie van de systeemkaart aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.

De systeemkaart verwijderenDe systeemkaart verwijderen

Stappen

OPMERKING:De systeemkaart kan worden verwijderd en geïnstalleerd met de koelplaat bevestigd om de procedure te vereenvoudigen en de thermische verbinding tussen de systeemkaart en de koelplaat te behouden. Hiervoor dienen monteurs ook de twee (M2x5) schroeven te verwijderen waarmee de systeemventilator aan de systeemkaart wordt bevestigd.
OPMERKING:Bij de modellen die met de vingerafdruklezer worden geleverd, moet de kabel van de vingerafdruklezer worden losgekoppeld van de connector op de systeemkaart voordat de systeemkaart van de palmsteuneenheid en toetsenbordeenheid wordt verwijderd.

  1. Verwijder de vingerafdruklezerkabel uit de connector op de systeemkaart.
  2. Trek de mylartape terug en maak de sensorkabel los.
  3. Verwijder de drie schroeven (M2x4) waarmee de USB Type-C-beugel aan de systeemkaart wordt bevestigd.
  4. Til de beugel van de USB Type-C weg van de systeemkaart.
  5. Verwijder de twee schroeven (M2x3) waarmee de beugel van de eDP-/beeldschermkabel aan de systeemkaart wordt bevestigd.
  6. Til de beugel van de eDP-/beeldschermkabel weg van het systeem.
  7. Verwijder de tape waarmee de beeldschermkabel aan de systeemkaart is bevestigd.
  8. Gebruik het treklipje om de beeldschermkabel los te koppelen van de connector op de systeemkaart.
  9. Koppel de kabel van de IR-camera los van de connector op de systeemkaart (voor modellen met een IR-camera).
  10. Koppel de kabel van het touchscreen los van de connector op de systeemkaart (voor modellen met een touchscreen).
  11. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de USH-kaart los van de connector op de systeemkaart.
  12. Open de vergrendeling en koppel de clickpadkabel los van de connector op de systeemkaart.
  13. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de led-kaart los van de connector op de systeemkaart.
  14. Koppel de kabel van de knoopcelbatterij los uit de connector op de systeemkaart.
    OPMERKING:Wanneer u de kabel van de knoopcelbatterij loskoppelt van de connector op de systeemkaart, wordt de CMOS-instelling gewist.
  15. Verwijder de drie schroeven (M2x3) waarmee de systeemkaart aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd.
  16. Til de systeemkaart weg van de palmsteuneenheid en toetsenbordeenheid.

Beoordeel deze inhoud

Nauwkeurig
Nuttig
Eenvoudig te begrijpen
Was dit artikel nuttig?
0/3000 characters
  Geef een beoordeling (1-5 sterren).
  Geef een beoordeling (1-5 sterren).
  Geef een beoordeling (1-5 sterren).
  Selecteer of het artikel nuttig is of niet.
  Opmerkingen mogen geen speciale tekens bevatten: <>() \