Ga naar hoofdinhoud
  • Snel en eenvoudig bestellen
  • Bestellingen en de verzendstatus bekijken
  • Een lijst met producten maken en openen

Latitude 3140/Latitude 3140 2-in-1 Onderhoudshandleiding

Opties voor Systeeminstallatie

OPMERKING:Afhankelijk van deze computer en de geïnstalleerde apparaten kunnen de items die in dit gedeelte worden vermeld wel of niet worden weergegeven.
Tabel 1. Opties voor Systeeminstelling: overzichtsmenu

De volgende tabel omschrijft de Overzichtsmenu-opties in het System Setup-programma.

Overzicht
Latitude 3140/Latitude 3140 2-in-1
BIOS-versie Toont het versienummer van de BIOS.
Servicetag Toont de servicetag van de computer.
Asset-tag Toont de asset-tag van de computer.
Productiedatum Toont de productiedatum van de computer.
Aankoopdatum Toont de aankoopdatum van de computer.
Express-servicecode Toont de express-servicecode van de computer.
Eigenaarstag Toont de eigenaarstag van de computer.
Ondertekende firmware-update Geeft aan of de Ondertekende firmware-update beschikbaar is op uw computer.

De optie Ondertekende firmware-update is standaard ingeschakeld.

Batterijgegevens
Primaire Toont de primaire batterij van de computer.
Batterijniveau Geeft het batterijniveau van de computer aan.
Batterijstatus Geeft de status van de batterij van de computer aan.
Gezondheid Geeft de gezondheid van de batterij van de computer aan.
Voedingsadapter Geeft aan of een voedingsadapter is gekoppeld. Indien aangesloten, wordt het type voedingsadapter weergegeven dat is aangesloten.
Processorinformatie
Processortype Toont het type processor.
Maximale klokfrequentie Toont de maximale klokfrequentie van de processor.
Minimale klokfrequentie Toont de minimale klokfrequentie van de processor.
Huidige klokfrequentie Toont de huidige klokfrequentie van de processor.
Aantal cores Toont het aantal cores in de processor.
Processor-ID Toont de identificatiecode van de processor.
Processor L2-cache Toont de L2-cachegrootte van de processor.
Processor L3-cache Toont de L3-cachegrootte van de processor.
Microcodeversie Toont de microcodeversie.
Geschikt voor Intel Hyper Threading Toont of de processor geschikt is voor Hyper Threading (HT).
64-bits technologie Toont of 64-bits technologie wordt gebruikt.
Geheugeninformatie
Geïnstalleerd geheugen Toont het totale geïnstalleerde computergeheugen.
Beschikbaar geheugen Toont het totale beschikbare computergeheugen.
Geheugensnelheid Toont de geheugensnelheid.
Kanaalmodus geheugen Toont de modus met single of dual channel.
Geheugentechnologie Toont de technologie die wordt gebruikt voor het geheugen.
Apparaatgegevens
Paneeltype Toont het deelvenstertype van de computer.
Videocontroller Toont het type videocontroller van de computer.
Videogeheugen Toont de videogeheugendata van de computer.
Wifi-apparaat Toont de gegevens van het Wifi-apparaat van de computer.
Standaardresolutie Toont de eigen resolutie van de computer.
Video BIOS-versie Toont de versie van het video-BIOS van de computer.
Audiocontroller Toont de data over de audiocontroller van de computer.
Bluetooth-apparaat Toont de gegevens van het Bluetooth-apparaat van de computer.
Passthrough MAC-adres Geeft het MAC-adres van de videodoorvoer weer.
Tabel 2. Opties voor System Setup—Opstartconfiguratiemenu

De volgende tabel omschrijft de menuopties van de Opstartconfiguratie in het System Setup-programma.

Opstartconfiguratie
Opstartvolgorde
Opstartmodus: alleen UEFI Toont de opstartmodus van de computer.
Opstartvolgorde Toont de opstartvolgorde.
Secure Digital-kaart (SD) opstarten Hiermee kunt u de alleen-lezen opstartmodus vanaf een Secure Digital-kaart (SD) in- of uitschakelen.

De optie Secure Digital-kaart (SD) opstarten is standaard ingeschakeld.

Veilig opstarten Beveiligd opstarten is een methode om de integriteit van het opstartpad te garanderen door extra validatie van het besturingssysteem en de PCI-uitbreidingskaarten uit te voeren. De computer stopt met opstarten naar het besturingssysteem wanneer een onderdeel tijdens het opstartproces niet kan worden gevalideerd.
Secure Boot inschakelen Hiermee kunt u inschakelen dat de computer alleen opstart met gevalideerde opstartsoftware.

De optie Beveiligd opstarten inschakelen is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Beveiligd opstarten ingeschakeld te houden om ervoor te zorgen dat de UEFI-firmware het besturingssysteem valideert tijdens het opstartproces.

OPMERKING:Als u Beveiligd opstarten wilt inschakelen, dient de computer in de UEFI-opstartmodus te staan en dient de optie Enable Legacy Option ROM's uitgeschakeld te zijn.
Modus Veilig opstarten Hiermee kunt u de functie voor de modus Beveiligd opstarten in- of uitschakelen.
Geïmplementeerde modus is standaard geselecteerd.
OPMERKING:Geïmplementeerde modus moet worden geselecteerd voor normale werking van Secure Boot.
Microsoft UEFI CA inschakelen Wanneer deze optie is uitgeschakeld, wordt de UEFI CA verwijderd uit de database BIOS UEFI Beveiligd opstarten.
OPMERKING:Wanneer deze optie is uitgeschakeld, kan de Microsoft UEFI CA ervoor zorgen dat uw computer niet kan opstarten, dat de grafische kaart van het systeem niet meer werkt, dat sommige apparaten mogelijk niet goed werken en dat de computer niet kan worden hersteld.

De optie Microsoft UEFI CA inschakelen is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Microsoft UEFI CA ingeschakeld te houden om een zo'n groots mogelijke compatibiliteit van het systeem met apparaten en besturingssysteem te garanderen.

Geavanceerd sleutelbeheer
Aangepaste modus inschakelen Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de beveiligingssleuteldatabases PK, KEK, db en dbx kunnen worden aangepast.

De optie Aangepaste modus inschakelen is standaard uitgeschakeld.

Aangepaste modus Key Management Selecteert de aangepaste waarden voor Expert key Management.

De optie PK is standaard geselecteerd.

Tabel 3. Opties voor Systeeminstallatie - Geïntegreerde apparatenmenu-opties

De volgende tabel omschrijft de Geïntegreerde apparatenmenu-opties in het System Setup-programma.

Geïntegreerde apparaten
Datum/tijd
Datum Toont de computerdatum in de indeling MM/DD/JJJJ. Wijzigingen aan de datumindeling worden direct van kracht.
Tijd Hiermee stelt u de computertijd in op de 24-uursindeling UU/MM/SS. U kunt schakelen tussen de 12-uurs- en 24-uursklok. Wijzigingen aan de tijdsindeling worden direct van kracht.
Camera
Camera inschakelen Hiermee schakelt u de camera in.
De optie Camera inschakelen is standaard ingeschakeld.
OPMERKING:Afhankelijk van de bestelde configuratie is de camera-installatieoptie mogelijk niet beschikbaar.
Audio
Audio inschakelen Schakelt alle geïntegreerde audiocontrollers in.

Alle opties zijn standaard ingeschakeld.

Microfoon inschakelen Hiermee schakelt u de microfoon in.
De optie Microfoon inschakelen is ingeschakeld.
OPMERKING:Afhankelijk van de bestelde configuratie is de microfooninstallatieoptie mogelijk niet beschikbaar.
Interne luidspreker inschakelen Hiermee kunt u de interne luidspreker inschakelen.

De optie Interne luidspreker inschakelen is standaard ingeschakeld.

USB/Thunderbolt-configuratie
USB-opstartondersteuning inschakelen Hiermee kunt u opstarten vanaf USB-storageapparaten die zijn aangesloten op de externe USB-poorten inschakelen.

De optie USB-opstartsupport inschakelen is standaard ingeschakeld.

Enable External USB Ports (Externe USB-poorten inschakelen) Hiermee schakelt u externe USB-poorten in.

De optie Externe USB-poorten inschakelen is standaard ingeschakeld.

Support voor Thunderbolt-technologie inschakelen
Support voor Thunderbolt-technologie inschakelen Hiermee schakelt u de bijbehorende poorten en adapters in voor support voor Thunderbolt-technologie.

De optie Support voor Thunderbolt-technologie inschakelen is standaard ingeschaked.

Thunderbolt Boot Support inschakelen
Thunderbolt Boot Support inschakelen Hiermee kunt u het randapparaat van de Thunderbolt-adapter en USB-apparaten die zijn aangesloten op de Thunderbolt-adapter om tijdens de pre-boot van BIOS te worden gebruikt inschakelen.

De optie Thunderbolt-opstartsupport inschakelen is standaard uitgeschakeld.

Thunderbolt (en PCIe achter TBT) Pre-Boot-modules inschakelen Hiermee kunt u de PCIe-apparaten die zijn aangesloten via een Thunderbolt-adapter om de UEFI Option ROM van de PCIe-apparaten (indien aanwezig) tijdens pre-boot uit te voeren inschakelen.

De optie Thunderbolt (en PCIe achter TBT) Pre-Boot-modules inschakelen is standaard uitgeschakeld.

USB4 PCIE-tunneling uitschakelen Hiermee schakelt u de optie USB4 PCIE Tunneling uit.

De optie USB4 PCIe-tunneling uitschakelen is standaard uitgeschakeld.

Video/voeding alleen op type-C-poorten Schakel de Type C-poortfunctionaliteit in of uit voor video of alleen voeding.

Standaard is de optie Video/voeding alleen op type-C-poorten uitgeschakeld.

Type-C-dock
Type C-Dock negeren Hiermee kunt het gebruik van een aangesloten Type-C Dell Dock om datastroom te leveren met externe USB-poorten in- of uitschakelen. Als Type-C Dock negeren is ingeschakeld, wordt het submenu Video/Audio/Lan geactiveerd.

De optie Type C-Dock negeren is standaard ingeschakeld.

Type C-Dock-audio Hiermee kunt u het gebruik van audio-ingangen en -uitgangen van het aangesloten Type-C Dell dockingstation in- of uitschakelen.

De optie Type C-Dock-audio is standaard ingeschakeld.

Type C-Dock-lan Hiermee kunt u het gebruikt van LAN op de externe poorten van het aangesloten Type-C Dell dockingstation in- of uitschakelen.

De optie Type C-Dock-lan is standaard ingeschakeld.

Verschillende apparaten
Het vingerafdruklezerapparaat inschakelen Hiermee schakelt u de optie Vingerafdruklezerapparaat in.

De optie Vingerafdruklezer inschakelen is standaard ingeschakeld.

Tabel 4. Opties van System Setup - Storagemenu

De volgende tabel omschrijft de Storagemenu-opties in het System Setup-programma.

Storage
SATA/NVMe-bewerking
SATA/NVMe-bewerking Hiermee kunt u de bewerkingsmodus van de geïntegreerde SATA hardeschijfcontroller instellen.

De optie AHCI/NVMe is standaard geselecteerd. Het storage-apparaat is geconfigureerd voor de AHCI/NVMe-modus.

Storage-interface Toont de informatie van diverse schijven op de kaart.
Poortactivering Hiermee kunt u de optie M.2 PCIe SSD in- of uitschakelen.

De optie M.2 PCIe SSD is standaard ingeschakeld.

Schijfinformatie Geeft de informatie van ingebouwde schijven weer.
Mediakaart inschakelen
Secure Digital (SD)-kaart Hiermee kunt u de SD-kaart in- of uitschakelen.

De optie Secure Digital-kaart (SD) is standaard ingeschakeld.

Secure Digital (SD)-kaart alleen-lezen-modus Hiermee kunt u de alleen-lezen-modus van de SD-kaart in- of uitschakelen.

De optie Alleen-lezen-modus van de Secure Digital-kaart (SD) is standaard uitgeschakeld.

Tabel 5. Opties voor System Setup - Beeldschermmenu

De volgende tabel omschrijft de Beeldschermmenu-opties in het System Setup-programma.

Beeldscherm
Helderheid van beeldscherm
Helderheid op batterij Schakel dit in om de helderheid van het scherm in te stellen wanneer de computer op batterijstroom werkt.

De helderheid van het scherm is standaard ingesteld op 50 wanneer de computer alleen op batterijstroom werkt.

Helderheid op wisselstroom Schakel dit in om de helderheid van het scherm in te stellen wanneer de computer op wisselstroom werkt.

De helderheid van het scherm is standaard ingesteld op 100 wanneer de computer alleen op wisselstroom werkt.

Touchscreen Hiermee kunt u de optie Touchscreen in- of uitschakelen.

De optie Touchscreen is standaard ingeschakeld.

Logo op volledig scherm Hiermee geeft u het volledige logo weer op het scherm als uw afbeelding overeenkomt met de schermresolutie.

De optie Logo op volledig scherm is standaard ingeschakeld.

Tabel 6. Opties van System Setup - Verbindingsmenu

De volgende tabel omschrijft de Verbindingsmenu-opties in het System Setup-programma.

Verbinding
Draadloos apparaat inschakelen
WLAN Het interne WLAN-apparaat in- of uitschakelen.

De optie WLAN is standaard ingeschakeld.

Bluetooth Hiermee schakelt u het interne Bluetooth-apparaat in of uit.

De optie Bluetooth is standaard ingeschakeld.

UEFI-netwerkstack inschakelen Hiermee schakelt u de UEFI-netwerkstack in of uit en bedient u de ingebouwde LAN-controller.

De optie UEFI-netwerkstack inschakelen is standaard ingeschakeld.

Bediening draadloze radio
Control WLAN Radio (Bediening WLAN-radio) Hiermee kunt u instellen dat de verbinding van de computer met een bekabeld netwerk wordt herkend, waarop de geselecteerde draadloze radio's (WLAN en/of WWAN) worden uitgeschakeld. Na loskoppeling van het bekabelde netwerk worden de geselecteerde draadloze radio's opnieuw ingeschakeld.

De optie Bediening WLAN-radio is standaard uitgeschakeld.

Tabel 7. Opties van System Setup - Energiemenu

De volgende tabel omschrijft de Energiemenu-opties in het System Setup-programma.

Voeding
Batterijconfiguratie Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de computer tijdens piekuren op batterijvoeding werkt. Gebruik de tabel Aangepast laden starten en Aangepast laden stoppen om te voorkomen dat er wisselstroom wordt gebruikt tussen bepaalde tijden van elke dag.

De optie Adaptief is standaard geselecteerd. Batterij-instellingen worden adaptief geoptimaliseerd gebaseerd op uw typische batterijverbruik.

Geavanceerde configuratie
Geavanceerde configuratie voor het laden van de batterij inschakelen Hiermee kunt u de functie Advanced Battery Charge Configuration (Configuratie geavanceerde batterijlading) inschakelen vanaf het begin van de dag tot een opgegeven werktijd. Wanneer ingeschakeld, maximaliseer geavanceerde batterijlading de batterijstatus tijdens intensief gebruik gedurende een werkdag.

De optie Geavanceerde configuratie voor het laden van de batterij inschakelen is standaard uitgeschakeld.

Piekverschuiving
Piekverschuiving inschakelen Hiermee kan de computer batterijvoeding gebruiken tijdens piekuren voor het energieverbruik.

De optie Piekverschuiving inschakelen is standaard uitgeschakeld.

Temperatuurbeheer Hiermee kunt u het koelen van de ventilator en het warmtebeheer van de processor in- of uitschakelen om de systeemprestaties, ruis en temperatuur aan te passen.

De optie Geoptimaliseerd is standaard geselecteerd. De standaardinstelling voor de balans tussen prestaties, ruis en temperatuur.

USB-opstartondersteuning
Uit stand-by door Dell USB C-dock Wanneer dit is ingeschakeld, zal het aansluiten van een Dell USB-C-dock de computer uit stand-by of slaapstand halen of inschakelen.

De optie Uit stand-by door Dell USB C-dock is standaard ingeschakeld.

Slaapstand blokkeren Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de computer in het besturingssysteem in de slaapstand (S3) gaat.
Standaard is de Block Sleep-optie uitgeschakeld.
OPMERKING:Indien ingeschakeld zal de computer niet in de slaapstand gaan. Intel Rapid Start is automatisch uitgeschakeld en de energiebeheeroptie voor het besturingssysteem zal leeg zijn als die is ingesteld op de Slaapstand.
Lid Switch
Lid switch inschakelen Hiermee kunt u de Lid Switch inschakelen.

De optie Lid switch ingeschakeld is standaard ingeschakeld.

Opstarten bij openen van klep Wanneer dit is ingeschakeld, kan de computer vanuit de uitgeschakelde stand opstarten wanneer de klep wordt geopend.

De optie Inschakelen bij lid switch is standaard ingeschakeld.

Intel Speed Shift Technology Hiermee schakelt u de support voor Intel Speed Shift-technologie in of uit. Wanneer dit is ingeschakeld, kan het besturingssysteem de juiste processorprestaties automatisch selecteren.

De optie Intel Speed Shift Technology is standaard ingeschakeld.

Tabel 8. Opties voor System Setup - menu Beveiliging

De volgende tabel omschrijft de opties van het beveiligingsmenu in het System Setup-programma.

Beveiliging
Trusted Platform Module (TPM) Trusted Platform Module (TPM) is een beveiligingsapparaat dat door de computer gegenereerde sleutels opslaat voor versleuteling en biedt functies zoals BitLocker, Virtual Secure Mode en Attestatie op afstand.

De optie Trusted Platform Module (TPM) is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om Trusted Platform Module (TPM) ingeschakeld te houden om te garanderen dat deze beveiligingstechnologieën volledig functioneren.

TPM On (TPM aan) Hiermee kunt u TPM in- of uitschakelen.

De optie TPM aan is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om (TPM) ingeschakeld te houden om te garanderen dat deze beveiligingstechnologieën volledig functioneren.

Physical Presence Interface (PPI) overslaan voor ingeschakelde opdrachten

De opties voor het overslaan van de Physical Presence Interface (PPI) kunnen worden gebruikt om het besturingssysteem in staat te stellen bepaalde aspecten van de TPM te beheren. Als deze opties zijn ingeschakeld, wordt u niet gevraagd om bepaalde wijzigingen in de TPM-configuratie te bevestigen.

Standaard is de optie PPI overslaan voor ingeschakelde opdrachten ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie PPI overslaan voor ingeschakelde opdrachten ingeschakeld te houden.

Physical Presence Interface (PPI) overslaan voor uitgeschakelde opdrachten

Standaard is de optie PPI overslaan voor uitgeschakelde opdrachten uitgeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies aan om de optie PPI overslaan voor uitgeschakelde opdrachten uitgeschakeld te houden.

Physical Presence Interface (PPI) overslaan voor Wissen-opdrachten

De optie PPI overslaan voor Wissen-opdrachten is standaard uitgeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie PPI overslaan voor Wissen-opdrachten uitgeschakeld te houden.

Attestation inschakelen De optie Attestation inschakelen regelt de goedkeuringshiërarchie van de TPM. Als u de optie Attestation inschakelen uitschakelt, wordt de TPM niet gebruikt voor het digitaal ondertekenen van certificaten.

De optie Attestation inschakelen is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Attestation inschakelen ingeschakeld te houden.

OPMERKING:Als deze functie is uitgeschakeld, kan dit compatibiliteitsproblemen of verlies van functionaliteit veroorzaken bij sommige besturingssystemen.
Toetsstorage inschakelen De optie Toetsstorage inschakelen regelt de storagehiërarchie van de TPM, wat wordt gebruikt om digitale sleutels op te slaan. Als u de optie Toetsstorage inschakelen uitschakelt, beperkt dit de mogelijkheid van de TPM om de gegevens van de eigenaar op te slaan.

De optie Toetsopslag inschakelen is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies aan u om de optie Toetsstorage inschakelen ingeschakeld te houden.

OPMERKING:Als deze functie is uitgeschakeld, kan dit compatibiliteitsproblemen of verlies van functionaliteit veroorzaken bij sommige besturingssystemen.
SHA-256 Hiermee kunt u het gebruik van SHA-256 door TPM beheren. Indien ingeschakeld, gebruiken het BIOS en de TPM het SHA-256 hash-algoritme om meetgegevens uit te breiden naar de TPM-PCRs tijdens het opstarten van het BIOS. Indien uitgeschakeld, gebruiken het BIOS en de TPM het SHA-1 hash-algoritme om meetgegevens uit te breiden naar de TPM-PCRs tijdens het opstarten van het BIOS.

De optie SHA-256 is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie SHA-256 ingeschakeld te houden.

Wissen Wanneer deze optie is ingeschakeld, wist de optie Wissen de informatie die is opgeslagen in de TPM nadat het BIOS van het systeem is afgesloten. Deze optie wordt weer op Uitgeschakeld gezet wanneer het systeem opnieuw wordt opgestart.

De optie Wissen is standaard uitgeschakeld.

Dell Technologies raadt u aan om de optie Wissen alleen in te schakelen wanneer er TPM-data moet worden gewist.

TPM-status Hiermee schakelt u de Trusted Platform Module (TPM) in of uit. Dit is de normale werkingsstatus voor de Trusted Platform Module (TPM) wanneer u de volledige reeks mogelijkheden wilt gebruiken.

De optie TPM-status is standaard ingeschakeld.

Intel Platform Trust Technology (PTT) Intel PTT is een op firmware gebaseerd Trusted Platform Module (fTPM)-apparaat dat deel uitmaakt van Intel-chipsets. Het biedt referentiestorage en sleutelbeheer die samen een aparte TPM-chip kunnen vervangen terwijl gelijkwaardige functionaliteiten worden geboden.
PTT On Hiermee schakelt u de Intel PTT-optie in of uit.

De optie PTT aan is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies aan om de optie PTT aan ingeschakeld te houden.

Physical Presence Interface (PPI) overslaan voor Wissen-opdrachten Met de optie PPI overslaan voor Wissen-opdrachten kan het besturingssysteem bepaalde aspecten van PTT beheren. Als dit is ingeschakeld, wordt u niet gevraagd om wijzigingen in de PTT-configuratie te bevestigen.

De optie PPI overslaan voor Wissen-opdrachten is standaard uitgeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie PPI overslaan voor Wissen-opdrachten uitgeschakeld te houden.

Wissen Wanneer deze optie is ingeschakeld, wist de optie Wissen de informatie die is opgeslagen in de PTT fTPM nadat het BIOS van het systeem is afgesloten. Deze optie wordt weer op Uitgeschakeld gezet wanneer het systeem opnieuw wordt opgestart.

De optie Wissen is standaard uitgeschakeld.

Dell Technologies raadt u aan om de optie Wissen alleen in te schakelen wanneer er PTT fTPM-data moet worden gewist.

Chassis-inbraak
Open-chassisdetectie Hiermee kunt u de chassisintrusiefunctie beheren. Deze functie stelt de gebruiker op de hoogte wanneer de onderplaat uit de computer wordt verwijderd.

Wanneer deze optie is ingesteld op Ingeschakeld, wordt er de volgende keer dat het systeem wordt opgestart een melding weergegeven en wordt de gebeurtenis vastgelegd in het BIOS-gebeurtenissenlogboek.

Wanneer deze is ingesteld op Aan-Stil, wordt de gebeurtenis vastgelegd in het BIOS-gebeurtenissenlogboek, maar wordt er geen melding weergegeven.

Wanneer deze is ingesteld op Ingeschakeld, wordt er geen melding weergegeven en wordt de gebeurtenis niet vastgelegd in het BIOS-gebeurtenissenlogboek.

De optie Chassis-inbraakdetectie is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Chassis-inbraakdetectie ingeschakeld te houden.

Opstarten blokkeren totdat deze is gewist Hiermee kunt u de optie Opstarten blokkeren totdat deze is gewist in- of uitschakelen.
De optie Opstarten blokkeren totdat deze is gewist is standaard ingeschakeld.
OPMERKING:Wanneer dit is ingeschakeld, zal de computer niet opstarten totdat de chassis-inbraak is gewist. Als het beheerderswachtwoord is ingesteld, moet de installatie worden ontgrendeld voordat de waarschuwing kan worden gewist.
Toegang tot verouderde beheerbaarheidsinterface Hiermee kan de beheerder de toegang tot de BIOS-configuratie beheren via de optie Verouderde beheerbaarheidsinterface. Wanneer deze optie is ingeschakeld, voorkomt dit dat de op wachtwoorden gebaseerde beheerbaarheidstools van de BIOS-beheerder worden uitgevoerd, dat sommige Dell softwareapplicaties configuratie-instellingen lezen en/of dat wijzigingen in de BIOS-configuratie-instellingen worden doorgevoerd.

Wanneer deze optie is ingeschakeld, ondersteunt deze optie alleen de geverifieerde BIOS-beheerbaarheidsinterface (ABI) voor het beheren van de wijzigingen in de BIOS-configuratie. Om deze functie te ondersteunen, moet ABI worden ingeschakeld en ingericht.

Wanneer deze is ingesteld op Ingeschakeld, kan de verouderde beheerbaarheidsinterface worden gebruikt om de BIOS-configuratie-instellingen te lezen en te wijzigen.

Wanneer deze is ingesteld op Alleen lezen, kunnen de BIOS-configuratie-instellingen worden gelezen, maar kunnen er geen wijzigingen worden doorgevoerd via de verouderde beheerbaarheidsinterface.

Wanneer deze is ingesteld op Uitgeschakeld, is de verouderde beheerbaarheidsinterface uitgeschakeld. Lees- en schrijfbewerkingen met betrekking tot de BIOS-configuratie worden geblokkeerd.

SMM-beveiligingsbeperking Hiermee kunt u extra instellingen voor UEFI SMM-beveiligingsbeperking in- of uitschakelen. Deze optie gebruikt de Windows SMM Security Mitigations Table (WSMT) om het besturingssysteem bevestiging te geven dat de best practices voor beveiliging zijn geïmplementeerd door de UEFI-firmware.

De optie SMM-beveiligingsbeperking is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie SMM-beveiligingsbeperking ingeschakeld te houden, tenzij u een specifieke applicatie gebruikt die niet compatibel is.

OPMERKING:Deze functie kan leiden tot compatibiliteitsproblemen of verlies van functionaliteit met sommige legacytools en -toepassingen.
Data wissen bij volgende keer opstarten
Gegevens wissen starten
LET OP:De bewerking Gegevens wissen starten verwijdert informatie op een manier dat deze niet meer kan worden gereconstrueerd.
Opdrachten in het besturingssysteem, zoals verwijderen en formatteren, kunnen ervoor zorgen dat bestanden niet worden weergegeven in het bestandssysteem, maar ze kunnen worden gereconstrueerd via forensische middelen omdat ze nog steeds worden beschikbaar zijn op de fysieke media. Gegevens wissen voorkomt deze reconstructie en kan niet ongedaan worden gemaakt.

Wanneer deze optie is ingeschakeld, plant het BIOS een datawiscylcus voor storageapparaten die zijn verbonden met het moederbord wanneer het systeem de volgende keer wordt opgestart.

De optie Gegevens wissen starten is standaard ingeschakeld.

Absolute Hiermee kunt u de BIOS-module-interface van de optionele Absolute Persistence Module-service van Absolute-software inschakelen, uitschakelen of permanent uitschakelen.

De optie Absolute is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Absolute ingeschakeld te houden.

WAARSCHUWING:De optie Permanent uitgeschakeld kan maar één keer worden geselecteerd. Als Permanent uitgeschakeld is geselecteerd, kan Absolute persistentie niet opnieuw worden ingeschakeld. Er zijn geen verdere wijzigingen aan de status Ingeschakeld/Uitgeschakeld toegestaan.
OPMERKING:De opties Inschakelen/Uitschakelen zijn niet beschikbaar wanneer de computer zich in de geactiveerde staat bevindt.
OPMERKING:Wanneer de Absolute-functies zijn geactiveerd, kan de Absolute-integratie niet via het BIOS-setupscherm worden uitgeschakeld.
UEFI Boot Path Security Met deze optie kunt u bepalen of de computer de gebruiker vraagt om het beheerderswachtwoord in te voeren, indien ingesteld, bij het opstarten van een UEFI-opstartpad via het F12-opstartmenu.

De optie Altijd, behalve interne HDD is standaard ingeschakeld.

Detectie van sabotage van firmware-apparaten Hiermee kunt u de functie Detectie van sabotage van firmware-apparaten beheren. Deze functie stelt de gebruiker op de hoogte wanneer er sabotage van een firmware-apparaat wordt vastgesteld. Wanneer deze optie is ingeschakeld, worden er waarschuwingsberichten op het computerscherm weergegeven en wordt er een sabotagedetectiegebeurtenis geregistreerd in het BIOS-gebeurtenissenlogboek. De computer start niet opnieuw op totdat de gebeurtenis is gewist.

De optie Detectie van sabotage van firmware-apparaten is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Detectie van sabotage van firmware-apparaten ingeschakeld te houden.

Tabel 9. Opties voor System Setup—Wachtwoordmenu

De volgende tabel omschrijft de opties van het menu Passwords in het System Setup-programma.

Wachtwoorden
Administrator Password (Administrator-wachtwoord) Het beheerderswachtwoord voorkomt onbevoegde toegang tot de BIOS Setup-opties. Zodra het beheerderswachtwoord is ingesteld, kunnen de BIOS-setup-opties alleen worden gewijzigd nadat u het juiste wachtwoord hebt ingevoerd.
De volgende regels en afhankelijkheden zijn van toepassing op het beheerderswachtwoord -
  • Het beheerderswachtwoord kan niet worden ingesteld als er eerder wachtwoorden voor het systeem en/of de interne harde schijf zijn ingesteld.
  • Het beheerderswachtwoord kan worden gebruikt in plaats van de wachtwoorden van het systeem en/of de interne harde schijf.
  • Wanneer dit is ingesteld, moet u het beheerderswachtwoord invoeren tijdens een firmware-update.
  • Het wissen van het beheerderswachtwoord wist ook het systeemwachtwoord (indien ingesteld).

Dell Technologies raadt aan om een beheerderswachtwoord te gebruiken om te voorkomen dat er onbevoegde wijzigingen in de BIOS-setup-opties worden doorgevoerd.

Systeemwachtwoord Het systeemwachtwoord voorkomt dat het systeem opstart naar een besturingssysteem zonder dat het juiste wachtwoord is ingevoerd.
De volgende regels en afhankelijkheden zijn van toepassing wanneer het systeemwachtwoord wordt gebruikt -
  • Als er gedurende 10 minuten niet op de vraag om het systeemwachtwoord wordt gereageerd, wordt de computer uitgeschakeld.
  • De computer wordt afgesloten nadat er drie keer een verkeerd systeemwachtwoord is ingevoerd.
  • De computer wordt afgesloten wanneer de Esc-toets wordt ingedrukt wanneer er om het systeemwachtwoord wordt gevraagd.
  • Er wordt niet om het systeemwachtwoord gevraagd wanneer de computer wordt wakker gemaakt uit de stand-bymodus.

Dell Technologies raadt u aan om het systeemwachtwoord te gebruiken in situaties waarin het waarschijnlijk is dat een systeem kan worden verloren of gestolen.

Hardeschijfwachtwoord Het hardeschijfwachtwoord kan worden ingesteld om te voorkomen dat onbevoegde personen toegang verkrijgen tot de data die op de harde schijf is opgeslagen. De computer vraagt tijdens het opstarten om het hardeschijfwachtwoord om de schijf te ontgrendelen. Een harde schijf die met een wachtwoord is beveiligd, blijft vergrendeld, zelfs wanneer deze uit de computer is verwijderd of in een andere computer is geplaatst. Dit voorkomt dat een aanvaller zonder autorisatie toegang heeft tot data op de schijf.
De volgende regels en afhankelijkheden zijn van toepassing wanneer het hardeschijfwachtwoord wordt gebruikt -
  • De optie voor het hardeschijfwachtwoord kan niet worden geopend wanneer een harde schijf in de BIOS-setup is uitgeschakeld.
  • Als er gedurende 10 minuten niet op de vraag om het hardeschijfwachtwoord wordt gereageerd, wordt de computer uitgeschakeld.
  • De computer wordt afgesloten nadat er drie keer een verkeerd hardeschijfwachtwoord is ingevoerd en behandeld de harde schijf als niet beschikbaar.
  • Na vijf onjuiste pogingen om het hardeschijfwachtwoord in te voeren via de BIOS-setup, accepteert de harde schijf geen pogingen meer om de harde schijf met een wachtwoord te ontgrendelen. Het hardeschijfwachtwoord moet worden hersteld om nieuwe pogingen te kunnen doen.
  • De computer behandelt de harde schijf als niet beschikbaar wanneer de Esc-toets wordt ingedrukt wanneer er om het hardeschijfwachtwoord wordt gevraagd.
  • Er wordt niet om het hardeschijfwachtwoord gevraagd wanneer de computer wordt wakker gemaakt uit de stand-bymodus. Wanneer de harde schijf door de gebruiker wordt ontgrendeld voordat de computer in de stand-bymodus gaat, blijft deze ontgrendeld nadat de computer wakker wordt gemaakt uit de stand-bymodus.
  • Als het systeem- en hardeschijfwachtwoord zijn ingesteld op dezelfde waarde, wordt de harde schijf ontgrendeld nadat het juiste systeemwachtwoord is ingevoerd.

Dell Technologies raadt u aan om een hardeschijfwachtwoord te gebruiken om ongeautoriseerde datatoegang te voorkomen.

Eigenaarswachtwoord Het eigenaarswachtwoord wordt meestal gebruikt wanneer een systeem wordt uitgeleend of geleased, en de eindgebruiker stelt zijn/haar eigen systeem- of hardeschijfwachtwoord in. Het eigenaarswachtwoord kan overschrijvende toegang bieden om het systeem te ontgrendelen wanneer het wordt geretourneerd. Het eigenaarswachtwoord kan niet via BIOS-setup worden ingesteld. Systeemverhuurders krijgen een tool waarmee ze het eigenaarswachtwoord kunnen instellen.
De volgende regels en afhankelijkheden zijn van toepassing wanneer het eigenaarswachtwoord wordt gebruikt -
  • Het eigenaarswachtwoord kan niet worden ingesteld wanneer het beheerderswachtwoord al is ingesteld.
  • Het eigenaarswachtwoord kan worden gebruikt in plaats van de beheerders-, systeem- of hardeschijfwachtwoorden.
    OPMERKING:Het hardeschijfwachtwoord moet met het eigenaarswachtwoord zijn ingesteld op de computer.

Dell Technologies raadt aan dat alleen systeemverhuurders het eigenaarswachtwoord gebruiken.

Sterk wachtwoord De functie Sterk wachtwoord dwingt striktere regels af voor beheerders-, eigenaars- en systeemwachtwoorden.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, worden de volgende regels toegepast -
  • De minimale lengte van het wachtwoord is ingesteld op 8 tekens.
  • Het wachtwoord moet minimaal 1 hoofdletter en 1 kleine letter bevatten.
OPMERKING:Deze vereisten hebben geen invloed op het hardeschijfwachtwoord.

De optie Sterk wachtwoord is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Sterk wachtwoord ingeschakeld te houden, omdat dit vereist dat wachtwoorden complexer zijn.

Wachtwoordconfiguratie De pagina Wachtwoordconfiguratie bevat verschillende opties voor het wijzigen van de BIOS-wachtwoordvereisten. U kunt de minimum- en maximumlengte van de wachtwoorden wijzigen en vereisen dat wachtwoorden bepaalde tekenklassen bevatten (hoofdletter, kleine letter, cijfer, speciaal teken).

Dell Technologies raadt aan om de minimumlengte van wachtwoorden in te stellen op minimaal 8 tekens.

Wachtwoord overslaan Met de optie Wachtwoord overslaan kan de computer opnieuw opstarten vanaf het besturingssysteem zonder dat het systeem- of hardeschijfwachtwoord moet worden ingevoerd. Als de computer al naar het besturingssysteem is opgestart, is het waarschijnlijk dat de gebruiker het juiste systeem- of hardeschijfwachtwoord al heeft ingevoerd.
OPMERKING:Met deze optie wordt de vereiste om het wachtwoord in te voeren na het afsluiten niet verwijderd.

De optie Wachtwoord overslaan is standaard ingeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Wachtwoord overslaan ingeschakeld te houden.

Wachtwoord wijzigingen
Niet-admin-wachtwoordwijzigingen toestaan Met de optie Niet-admin-wachtwoordwijzigingen toestaan in de BIOS-setup kan een eindgebruiker de systeem- en hardeschijfwachtwoorden instellen of wijzigen zonder het beheerderswachtwoord in te voeren. Hiermee kan een beheerder de BIOS-instellingen beheren, maar het stelt ook een eindgebruiker in staat zijn/haar eigen wachtwoord in te stellen.

De optie Niet-admin-wachtwoordwijzigingen toestaan is standaard uitgeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Niet-admin-wachtwoordwijzigingen toestaan uitgeschakeld te houden.

Niet-admin-installatiewijzigingen Met de optie Niet-admin-installatiewijzigingen kan een eindgebruiker de draadloze apparaten configureren zonder dat het beheerderswachtwoord moet worden ingevoerd.

De optie Niet-admin-installatiewijzigingen is standaard uitgeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Niet-admin-installatiewijzigingen uitgeschakeld te houden.

Beheerdersinstallatie blokkeren Met de optie Beheerdersinstallatie blokkeren kan een eindgebruiker niet eens de BIOS-setup-configuratie bekijken zonder eerst het beheerderswachtwoord in te voeren (indien ingesteld).

De optie Beheerdersinstallatie blokkeren is standaard uitgeschakeld.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Beheerdersinstallatie blokkeren uitgeschakeld te houden.

Masterwachtwoord blokkeren
Blokkeren masterwachtwoord inschakelen Met de instelling Masterwachtwoord blokkeren kunt u de functie Herstelwachtwoord uitschakelen. Wanneer de systeem-, beheerders- en hardeschijfwachtwoorden zijn vergeten, wordt het systeem onbruikbaar.
OPMERKING:Wanneer er een eigenaarswachtwoord is ingesteld, is de optie Masterwachtwoord blokkeren niet beschikbaar.
OPMERKING:Wanneer een wachtwoord voor de interne harde schijf is ingesteld, moet dit eerst worden gewist voordat de optie Masterwachtwoord blokkeren kan worden gewijzigd.

De optie Masterwachtwoord blokkeren is standaard uitgeschakeld.

Dell Technologies raadt aan om de Masterwachtwoord blokkeren niet in te schakelen, tenzij u uw eigen wachtwoordherstelsysteem hebt geïmplementeerd.

Tabel 10. Opties voor Systeeminstallatie: update en herstelmenu

De volgende tabel omschrijft de Update en herstelmenu-opties in het Systeeminstallatie-programma.

Update en herstel
Firmware-updates UEFI-capsule
UEFI capsule firmware-updates inschakelen Hiermee kunt u BIOS-updates via UEFI Capsule-updatepakketten in- of uitschakelen.
OPMERKING:Als u deze optie uitschakelt, worden de BIOS-updates van services zoals Microsoft Windows Update en Linux Vendor Firmware Service (LVFS) geblokkeerd.

De optie UEFI capsule firmware-updates inschakelen is standaard ingeschakeld.

BIOS herstellen vanaf harde schijf Hiermee kan de gebruiker in- of uitschakelen of bepaalde beschadigde BIOS-toestanden hersteld kunnen worden via een herstelbestand op de primaire harde schijf of een externe USB-stick van de gebruiker.
De optie BIOS herstellen vanaf harde schijf is standaard geselecteerd.
OPMERKING:BIOS-herstel vanaf harde schijven is niet beschikbaar voor zelfversleutelende schijven (SED).
OPMERKING:De BIOS-herstelfunctie is ontworpen om het primaire BIOS-blok te herstellen en kan niet werken als het opstartblok is beschadigd. Deze functie werkt niet in geval van EC-corruptie, ME-corruptie of een aan hardware gerelateerd probleem. De herstelkopie moet aanwezig zijn op een niet versleutelde partitie op de schijf.
BIOS-downgrade
BIOS-downgrade toestaan Hiermee beheert u het terugzetten van de systeemfirmware naar vorige revisies.

De optie BIOS-downgrade toestaan is standaard ingeschakeld.

SupportAssist OS Recovery Hiermee kunt u de opstartprocedure voor de tool SupportAssist OS Recovery in- of uitschakelen in het geval van bepaalde systeemfouten.

De optie SupportAssist OS Recovery is standaard ingeschakeld.

BIOSConnect Hiermee kunt u het herstel van het cloudservicebesturingssysteem in- of uitschakelen als het hoofdbesturingssysteem niet wordt opgestart binnen het aantal mislukte pogingen dat gelijk is aan of groter is dan de waarde die is bepaald door de automatische Recovery Threshold-installatieoptie van het besturingssysteem en het lokale Service-besturingssysteem niet opstart of niet is geïnstalleerd.

De optie BIOSConnect is standaard ingeschakeld.

Dell Auto OS Recovery Threshold Hiermee kunt u automatisch opstarten voor SupportAssist System Resolution Console en voor de Dell OS Recovery-tool beheren.

De Dell Auto OS Recovery Threshold is standaard ingesteld op 2.

Tabel 11. Opties van System Setup - menu systeembeheer

De volgende tabel omschrijft de opties van het menu Systeembeheer in het System Setup-programma.

Systeembeheer
Servicetag Toont de servicetag van de computer.
Asset-tag Hiermee maakt u een asset-tag voor de computer die kan worden gebruikt door een computer als unieke identificatie van een bepaald systeem.
OPMERKING:Eenmaal ingesteld in de BIOS, kan de asset-tag niet worden gewijzigd.
AC-gedrag
Uit stand-by door AC Hiermee schakelt u de optie in- of uit waarmee de computer kan worden ingeschakeld en naar de opstartmodus kan gaan wanneer de computer is aangesloten op wisselstroom.

Standaard is de optie Uit stand-by door AC uitgeschakeld.

Uit stand-by door LAN Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de computer wordt aangemeld via een speciaal LAN signaal.

Standaard is de optie Uit stand-by door LAN uitgeschakeld.

Tijd voor automatisch inschakelen Hiermee kunt u het systeem zo instellen dat het elke dag of op een vooraf geselecteerde datum en tijd automatisch wordt ingeschakeld. Deze optie kan alleen worden geconfigureerd als de Tijd automatisch inschakelen is ingesteld op Elke dag, Weekdagen of Geselecteerde dagen.

De optie Tijd voor automatisch inschakelen is standaard ingeschakeld.

Tabel 12. Opties van System Setup - Toetsenbordmenu

De volgende tabel omschrijft de Toetsenbordmenu-opties in het System Setup-programma.

Toetsenbord
Fn Lock-opties Hiermee schakelt u de Fn-vergrendelingsoptie in of uit.

De optie Fn Lock is standaard ingeschakeld.

Vergrendelingsmodus Standaard is de optie Secundaire vergrendelingsmodus ingeschakeld. Met deze optie scannen de F1-F12-toetsen de code voor hun secundaire functies.
Toetsenbordverlichting Configureert de bedrijfsmodus van de functie voor toetsenbordverlichting.

De optie Verlicht is standaard geselecteerd. Stelt de functie voor toetsenbordverlichting in op 100% helderheid.

Time-outwaarde van de toetsenbordverlichting op netvoeding Configureert de time-out-waarde voor de toetsenbordverlichting wanneer de voedingsadapter is aangesloten op de computer.

De optie 10 seconden is standaard geselecteerd.

Time-outwaarde van de toetsenbordverlichting op batterij Hiermee kunt u de time-outwaarde voor de toetsenbordverlichting instellen als de computer alleen op de batterij werkt. De time-outwaarde van de toetsenbordverlichting is alleen van kracht wanneer de achtergrondverlichting is ingeschakeld.

De optie 10 seconden is standaard geselecteerd.

Toegang tot sneltoetsen voor apparaatconfiguratie Hiermee kunt beheren of u via sneltoetsen toegang hebt tot configuratieschermen voor apparaten tijdens het opstarten van het systeem.
De optie Toegang tot sneltoetsen voor apparaatconfiguratie is standaard ingeschakeld.
OPMERKING:Deze instelling beheert alleen de Intel RAID (CTRL+I), MEBX (CTRL+P), en LSI RAID (CTRL+C) Option ROM's. Andere pre-boot Option ROM's, die invoer via een sleutelreeks ondersteunen, worden niet beïnvloed door deze instelling.
Tabel 13. Opties voor Systeeminstallatie - Opstartmenu voorafgaand aan het opstarten

De volgende tabel omschrijft de opties van het opstartmenu voorafgaand aan het opstarten in het Systeeminstallatie-programma.

Gedrag voorafgaand aan het opstarten
Adapterwaarschuwingen
Dock-waarschuwingsberichten inschakelen Hiermee kunt u de waarschuwingsberichten tijdens het opstarten inschakelen wanneer de adapters met minder energiecapaciteit zijn gedetecteerd.

De optie Dockwaarschuwingsberichten inschakelen is standaard ingeschakeld.

Waarschuwingen en fouten Hiermee schakelt u de actie in- of uit die moet worden uitgevoerd wanneer een waarschuwing of fout wordt aangetroffen.
De optie Vragen bij waarschuwingen en foutmeldingen is standaard geselecteerd. Stopt, vraagt en wacht op input van de gebruiker wanneer waarschuwingen of fouten worden gedetecteerd.
OPMERKING:Fouten die als kritiek worden gezien voor de bewerking van de computerhardware zullen de werking van de computer altijd stoppen.
USB-C-waarschuwingen
Dock-waarschuwingsberichten inschakelen Hiermee kunt u de waarschuwingsberichten tijdens het opstarten inschakelen wanneer de USB-C-adapters met minder energiecapaciteit zijn gedetecteerd.

De optie Dockwaarschuwingsberichten inschakelen is standaard ingeschakeld.

Snel opstarten Hiermee kunt u de snelheid van het UEFI-opstartproces configureren.

De optie Grondig is standaard geselecteerd. Voert volledige initialisatie van hardware en configuratie uit tijdens opstarten.

BIOS POST-tijd uitbreiden Hiermee stelt u de laadtijd van de BIOS POST (Power-On Self-Test) in.

De optie 0 seconden is standaard geselecteerd.

Doorvoer van MAC-adres Vervangt het externe NIC MAC-adres (in een ondersteunde dock of dongle) voor het geselecteerde MAC-adres van de computer.

De optie MAC-adres uniek voor het systeem is geselecteerd.

Muis/touchpad Hiermee kunt u definiëren hoe de computer omgaat met de muis- en touchpadinvoer.

De optie Touchpad en PS/2-muis is standaard geselecteerd. Laat de geïntegreerde touchpad ingeschakeld als er een externe PS/2-muis aanwezig is.

Teken van leven
Logo weergeven bij opstarten Levenstekenlogo weergeven.

De optie Logo weergeven bij opstarten is standaard ingeschakeld.

Toetsenbordverlichting bij opstarten Toetsenbordverlichting als teken van leven.

De optie Toetsenbordverlichting bij opstarten is standaard ingeschakeld.

Tabel 14. Opties voor System Setup—Virtualisatiemenu

De volgende tabel omschrijft de Virtualisatiemenu-opties in het Systeeminstallatieprogramma.

Support voor virtualisatie
Intel Virtualization Technology
Intel Virtualization Technology (VT) inschakelen Wanneer deze optie is ingeschakeld, kan de computer een Virtual Machine Monitor (VMM) uitvoeren.

De optie Enable Intel Virtualization Technology (VT) is standaard ingeschakeld.

VT for Direct I/O
Intel Virtualization Technology voor directe I/O inschakelen Wanneer deze optie is ingeschakeld, kan het systeem Virtualization Technology voor Direct I/O (VT-d) uitvoeren. VT-d is een Intel-methode die zorgt voor virtualisatie van geheugentoewijzing I/O.

De optie Enable VT for Direct I/O is standaard ingeschakeld.

Intel Trusted Execution Technology (TXT) Geef aan of een gemeten Virtual Machine Monitor (MVMM) gebruik kan maken van de aanvullende hardwaremogelijkheden die door Intel Trusted Execution Technology worden geleverd. U moet het volgende inschakelen om Intel TXT in te schakelen -
  • Trusted Platform Module (TPM)
  • Intel Hyper Threading
  • Alle CPU-cores (ondersteuning voor meerdere cores)
  • Intel Virtualization Technology
  • Intel VT voor directe I/O

Standaard is de optie Intel Trusted Execution Technology (TXT) uitgeschakeld.

DMA-bescherming
Pre-boot DMA Support inschakelen Hiermee kunt u Pre-Boot DMA-bescherming beheren voor zowel interne als externe poorten. Met deze optie wordt DMA-bescherming in het besturingssysteem niet rechtstreeks ingeschakeld.
OPMERKING:Deze optie is niet beschikbaar wanneer de virtualisatie-instelling voor IOMMU is uitgeschakeld (VT-d/AMD Vi).

De optie Pre-boot DMA Support inschakelen is standaard ingeschaked.

Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Pre-boot DMA Support inschakelen ingeschakeld te houden.

OPMERKING:Deze optie is alleen beschikbaar voor compatibiliteitsdoeleinden, aangezien sommige oudere hardware geen ondersteuning voor DMA biedt.
OS Kernal DMA Support inschakelen Hiermee kunt u Kernal DMA-bescherming beheren voor zowel interne als externe poorten. Met deze optie wordt DMA-bescherming in het besturingssysteem niet rechtstreeks ingeschakeld. Deze instelling geeft aan besturingssystemen die DMA-bescherming ondersteunen aan dat het BIOS de functie ondersteunt.
OPMERKING:Deze optie is niet beschikbaar wanneer de virtualisatie-instelling voor IOMMU is uitgeschakeld (VT-d/AMD Vi).
De optie OS Kernal DMA Support inschakelen is standaard ingeschakeld.
OPMERKING:Deze optie is alleen beschikbaar voor compatibiliteitsdoeleinden, aangezien sommige oudere hardware geen ondersteuning voor DMA biedt.
Tabel 15. Opties van System Setup - menu Prestaties

De volgende tabel omschrijft de opties van het menu Performance in het System Setup-programma.

Prestaties
Multi-Core Support
Meerdere Atom Cores Hiermee kunt u het aantal Atom-cores dat beschikbaar is voor het besturingssysteem wijzigen. De standaardwaarde is ingesteld op het maximumaantal cores.

De optie Alle cores is standaard geselecteerd.

Intel SpeedStep
Intel SpeedStep Technology inschakelen Met deze functie kan de computer de processorspanning en de corefrequentie dynamisch aanpassen en daarmee het gemiddelde energieverbruik en de warmteproductie verlagen.

De optie Intel SpeedStep Technology inschakelen is standaard ingeschakeld.

C-State Control
C-State Control inschakelen Hiermee kunt u het vermogen van de CPU in- of uitschakelen om standen met laag energieverbruik te starten of te stoppen. Als u deze functie uitschakelt, worden alle C-statussen uitgeschakeld. Als deze optie is ingeschakeld, worden alle C-statussen ingeschakeld die door de chipset of het platform zijn toegestaan.

De optie C-State Control inschakelen is standaard ingeschakeld.

Intel Turbo Boost Technology
Intel Turbo Boost Technology inschakelen Hiermee kunt u de Intel TurboBoost-modus van de processor inschakelen. Wanneer deze optie is ingeschakeld kan de Intel TurboBoost driver de prestaties van de CPU of grafische processor verhogen.

De optie Intel Turbo Boost Technology inschakelen is standaard ingeschakeld.

Intel Hyper Threading-technologie
Intel Hyper Threading-technologie inschakelen Hiermee kunt u de Intel Hyper Threading-modus van de processor inschakelen. Wanneer deze optie is ingeschakeld, verhoogt de Intel Hyper-Threading de efficiëntie van de processorbronnen wanneer meerdere threads op elke core worden uitgevoerd.

De optie Intel Hyper Threading-technologie is standaard ingeschakeld.

Dynamische afstemming: machine learning
Dynamische afstemming inschakelen: machine learning Hiermee schakelt u de mogelijkheden van het besturingssysteem in of uit om de vermogensafstemming te verbeteren op basis van de gedetecteerde werklasten.
OPMERKING:Deze optie is alleen beschikbaar voor ontwikkeling en is niet zichtbaar voor de klant.

De optie Dynamische afstemming inschakelen: machine learning is standaard ingeschakeld.

Tabel 16. Opties van System Setup - menu Systeemlogboeken

De volgende tabel omschrijft de systeemlogbestanden menuopties in het System Setup-programma.

Systeemlogboeken
BIOS-gebeurtenislogboek
BIOS-gebeurtenislogboek wissen Hiermee kunt u de optie selecteren om BIOS-gebeurtenislogboeken te bewaren of te wissen.

De optie Logboeken bewaren is standaard geselecteerd.

Thermisch gebeurtenislogboek
Thermisch gebeurtenislogboek wissen Hiermee kunt u de optie selecteren om de logboeken voor thermische gebeurtenissen te bewaren of te wissen.

De optie Logboeken bewaren is standaard geselecteerd.

Energiegebeurtenislogboek
Energiegebeurtenislogboek wissen Hiermee kunt u de optie selecteren om energiegebeurtenislogboeken te bewaren of te wissen.

De optie Logboeken bewaren is standaard geselecteerd.


Beoordeel deze inhoud

Nauwkeurig
Nuttig
Eenvoudig te begrijpen
Was dit artikel nuttig?
0/3000 characters
  Geef een beoordeling (1-5 sterren).
  Geef een beoordeling (1-5 sterren).
  Geef een beoordeling (1-5 sterren).
  Selecteer of het artikel nuttig is of niet.
  Opmerkingen mogen geen speciale tekens bevatten: <>() \