In dit artikel wordt uitgelegd hoe u updates uitvoert met behulp van de webbeheerinterface van de beheerkaart van de M1000E, de CMC.
De CMC heeft twee plaatsen waar firmware-updates kunnen worden uitgevoerd, één voor chassisonderdelen en de andere voor blades.
Voor de vier chassiscomponenten hoeven de blades niet worden opgestart, maar communicatie ermee wordt wel kort beëindigd wanneer de hardware wordt gereset. Voor het updaten van de bladefirmware vanaf Server Overview is opnieuw opstarten nodig wanneer het systeem de Lifecycle Controller ingaat om updates uit te voeren. De blades worden vervolgens opnieuw opgestart in het besturingssysteem.
Dell Update Packages (DUP's) worden gebruikt voor het uitvoeren van de firmware-updates.
Volg deze stappen om de CMC bij te werken:
Het bestand kan worden gedownload op de Dell Support website na het selecteren van het M1000E model (of door de TAG in te voeren) in het gedeelte 'Drivers en downloads'.
Chassisoverzicht > Update of Chassis Controller > Update
De aanbevolen volgorde om redundante CMC's bij te werken:
1. Begin met het bijwerken van de stand-bymodus.
2. Failover van de primaire CMC.
3. Werk de andere stand-by bij.
4. Mislukt de CMC opnieuw, zodat de oorspronkelijke CMC primair is.
Chassisoverzicht > update > stand-by controleren > CMC-update toepassen
*Blader naar de standaard CMC-firmware-image: firmimg.cmc
Chassis Overview > Power>Control > Reset CMC (warm boot) > Apply
Others component kan worden bijgewerkt op het tabblad Chassis Controller Update
Ga als volgt te werk om bladeonderdelen bij te werken: Serveroverzicht > update
Deze onderdelen zijn beschikbaar: