Dell OptiPlex 5400 All-in-One desktop demontagehandleiding voor door de klant zelf te vervangen onderdelen

1. Instructies voordat u de standaard verwijdert:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

2. Druk op de ontgrendelingsknop en schuif deze omhoog.

3. Houd het lipje in de ontgrendelingspositie en til de standaard omhoog.

4. Schuif de standaard omlaag om de standaard van de achterplaat te tillen.

1. Instructies vóórdat u de kabelkap verwijdert (optioneel):

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard.

2. Haal de voedingskabel uit de sleuven op het kabelafdekplaatje.

3. Verwijder de schroef (M3x5) waarmee de kabelkap aan de onderplaat is bevestigd.

4. Til het kabelafdekplaatje van de onderplaat.

1. Instructies vóórdat u het achterpaneel verwijdert:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard en de kabelkap.

2. Houd het ontgrendelingslipje op de achterplaat ingedrukt om deze los te maken van de vergrendeling op de systeemkaartbescherming.

3. Houd het ontgrendelingslipje op de achterplaat ingedrukt om deze los te maken van de vergrendeling op de systeemkaartbescherming.

4. Til de achterplaat op en verwijder deze uit de computer.

1. Instructies vóórdat u de bescherming van de systeemkaart verwijdert:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard en het achterpaneel.

2. Verwijder de vijf schroeven (M3x5) waarmee het schild van de systeemkaart aan de basis van het beeldscherm is bevestigd.

3. Til het schild van de systeemkaart weg van de basis van het beeldscherm.

1. Instructies vóórdat u de geheugenkaarten verwijdert:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard en het achterpaneel.

2. Wrik en verwijder de DIMM-deur uit het schild van de systeemkaart.

3. Spreid met uw vingertoppen de bevestigingsklemmen op de sleuf van de geheugenmodule uit elkaar totdat de geheugenmodule omhoog komt.

4. Schuif en verwijder de geheugenmodule uit het geheugenmoduleslot.

1. Instructies ter voorbereiding op verwijderen van de harde schijf:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard en het achterpaneel.

2. Druk het lipje omlaag waarmee de harde-schijfeenheid aan de bescherming van de systeemkaart wordt bevestigd.

3. Schuif en til de harde-schijfeenheid uit de sleuf op de basis van het beeldscherm.

4. Wrik de lipjes op de beugel van de harde schijf los van de slots op de harde schijf.

5. Verwijder de harde schijf uit de beugel van de harde schijf.

1. Instructies vóórdat u de M.2 2230 SSD-slot 1 verwijdert:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard, het achterpaneel en de bescherming van de systeemkaart.

2. Verwijder de schroef (M2x2.5) waarmee de Solid State-schijf aan de systeemkaart is bevestigd.

3. Schuif en verwijder de Solid State-schijf uit de M.2-kaartsleuf op de systeemkaart.

1. Instructies vóórdat u de M.2 2230 SSD-slot 2 verwijdert:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard, het achterpaneel en de bescherming van de systeemkaart.

2. Verwijder de schroef (M2x2.5) waarmee de Solid State-schijf aan de systeemkaart is bevestigd.

3. Schuif en verwijder de Solid State-schijf uit de M.2-kaartsleuf op de systeemkaart.

1. Instructies voordat u de systeemventilator verwijdert:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard, het achterpaneel en de bescherming van de systeemkaart.

Systeemventilatoren: 35 W

2. Koppel de kabel van de systeemventilator los van de systeemkaart.

3. Verwijder de drie schroeven (M3x5) waarmee de computerventilator aan de basis van het beeldscherm is bevestigd.

4. Til de computerventilator samen met de kabel uit de basis van het beeldscherm.

Systeemventilatoren: 65 W

1. Koppel de kabel van de systeemventilator los van de systeemkaart.

2. Verwijder de drie schroeven (M3x5) waarmee de computerventilator aan de basis van het beeldscherm is bevestigd.

3. Til de computerventilator samen met de kabel uit de basis van het beeldscherm.

1. Instructies voorafgaand aan het verwijderen van de knoopcelbatterij:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard, het achterpaneel en de bescherming van de systeemkaart.

2. Druk met het plastic pennetje op de metalen clip om de knoopcelbatterij uit de knoopcelbatterijhouder te verwijderen.

3. Til de knoopcelbatterij uit de knoopcelbatterijhouder.

1. Instructies vóórdat u de draadloze kaart verwijdert:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard, het achterpaneel en de bescherming van de systeemkaart.

2. Verwijder de twee schroeven (M2x2.5) waarmee het schild van de draadloze kaart aan de systeemkaart is bevestigd.

3. Verwijder de antennekabels uit de geleiders op het schild van de draadloze kaart.

4. Til het schild van de draadloze kaart uit de computer.

5. Verwijder de schroef (M2x2.5) waarmee de beugel van de draadloze kaart aan de draadloze kaart is bevestigd.

6. Schuif en verwijder de beugel van de draadloze kaart van de draadloze kaart.

7. Koppel de antennekabels los van de draadloze kaart.

   Opmerking: De antennekabels zijn vooraf in uw computer geïnstalleerd op het moment van aankoop, zelfs als u de computer hebt verkregen zonder de WLAN-kaart.

8. Schuif en verwijder de draadloze kaart uit de sleuf van de draadloze kaart.

1. Instructies voorafgaand aan het verwijderen van de camera-eenheid:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard, het achterpaneel en de bescherming van de systeemkaart.

2. Verwijder de twee schroeven (M3x5) waarmee de deur van de camera-eenheid aan de basis van het beeldscherm is bevestigd.

3. Koppel de camerakabel los van de connector op de systeemkaart.

4. Verwijder de twee schroeven (M3x5) waarmee de camera aan het middelste frame is bevestigd.

5. Schuif en verwijder de camera-eenheid uit het middelste frame.

6. Verwijder de camerakabel uit de geleiders op de basis van het beeldscherm.

1. Instructies vóórdat u de onderplaat verwijdert:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard, het achterpaneel en de bescherming van de systeemkaart.

2. Verwijder de vier schroeven (M3x5) waarmee de onderplaat aan de basis van het beeldscherm is bevestigd.

3. Wrik en til de onderplaat van de basis van het beeldscherm.

1. Instructies vóórdat u de voeding (PSU) verwijdert:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard, het achterpaneel, de onderplaat en de bescherming van de systeemkaart.

2. Verwijder de schroef (M3x5) waarmee de voedingssocket aan de achterste I/O-beugel is bevestigd.

3. Schuif de voedingssocket uit de achterste I/O-beugel.

4. Verwijder de voedingskabel uit de geleiders op de I/O-beugel aan de achterzijde en de PSU-ventilator.

5. Koppel de voedingskabel los van de connector op de systeemkaart.

6. Verwijder de schroef (M3x5) waarmee de PSU aan de basis van het beeldscherm is bevestigd.

7. Til de PSU uit de computer.

1. Instructies vóórdat u de voedingsventilator verwijdert:

   1. Maak voordat u hardware installeert of verwijdert altijd een back-up van al uw data.

   2. Ontkoppel alle op de computer aangesloten telefoon-, netwerk- of USB-kabels.

   3. Haal de stekkers van de voedingskabels van de computer en alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.

   4. Verwijder de standaard, het achterpaneel, de onderplaat en de bescherming van de systeemkaart.

2. Verwijder de voedingskabel uit de geleiders op de PSU-ventilator.

3. Koppel de kabel van de PSU-ventilator los van de systeemkaart.

4. Verwijder de twee schroeven (M3x5) waarmee de PSU-ventilator aan de basis van het beeldscherm is bevestigd.

5. Til de PSU-ventilator uit de basis van het beeldscherm.