PowerEdge: Het iDRAC8-netwerk-IP configureren

Configureer de iDRAC8.

De Integrated Dell Remote Access Controller (iDRAC) is ontworpen om systeembeheerders productiever te maken en de algehele beschikbaarheid van Dell systemen te verbeteren. iDRAC waarschuwt beheerders bij systeemproblemen, helpt hen bij het uitvoeren van extern systeembeheer en vermindert de behoefte aan fysieke toegang tot het systeem.

1. Opties voor het instellen van het iDRAC IP-adres.

U moet de oorspronkelijke netwerkinstellingen op basis van uw netwerkinfrastructuur configureren om communicatie naar en van iDRAC mogelijk te maken. U kunt het IP-adres met één van de volgende interfaces opzetten:

• iDRAC Settings Utility - aanbevolen
• Lifecycle Controller (zie de gebruikershandleiding van Lifecycle Controller)
• Dell Deployment Toolkit (zie de gebruikershandleiding van Dell Deployment Toolkit)
• Voor blades met de CMC-webinterface (zie de gebruikershandleiding van Dell Chassis Management Controller Firmware)

2. Het iDRAC-IP-adres instellen via de iDRAC Setting Utility - F2 tijdens het opstarten)

U kunt het IP-adres instellen of het standaard iDRAC IP-adres 192.168.0.120 gebruiken. om de initiële netwerkinstellingen te configureren, met inbegrip van het instellen van DHCP of het statische IP-adres voor iDRAC. De speciale iDRAC-netwerkkaart is standaard uitgeschakeld. De iDRAC deelt de netwerkkaart op LOM 1 (LAN op moederbord). Bij bladeservers is de iDRAC-netwerkinterface standaard uitgeschakeld.

Voorbeeld voor het opzetten van iDRAC-IP met het hulpprogramma iDRAC Settings (F2 tijdens het opstarten):

Schakel het beheerde systeem in.

Druk tijdens de Power-on Self-test (POST) op <F2>.

Klik op de pagina Hoofdmenu van System Setup op iDRAC Settings. De pagina iDRAC Settings wordt weergegeven.

Klik op Netwerk. De pagina Network wordt weergegeven.

Voer de netwerkinstellingen in. Selecteer onder NIC inschakelen de optie Ingeschakeld.

- Gedeelde LOM (1, 2, 3 of 4) deelt een van de NIC op het moederbord.

- Toegewezen NIC maakt gebruik van de speciale netwerkinterface.

Stel de IPv4- of IPv6-netwerkinstellingen in, afhankelijk van de lokale configuratie.

Klik op Terug, klik op Voltooien en klik vervolgens op Ja. De netwerkinformatie wordt opgeslagen en het systeem wordt opnieuw opgestart.

De iDRAC-configuratie is nu voltooid. U kunt de iDRAC-webinterface nu openen met een ondersteunde browser (IE, Firefox, Chrome, Safari). In dat geval reageert de iDRAC op het IP-adres 192.168.0.120.

Bij problemen met toegang:

• Ping het IP-adres van de iDRAC om te controleren of de netwerkconfiguratie is geslaagd.
• Controleer welke LOM (netwerkkaart) is geselecteerd in de iDRAC-netwerkinstellingen. De LOM kan worden gedeeld met de netwerkkaarten van de server of gebruikmaken van de speciale iDRAC-NIC's.

  Nadat het iDRAC-IP-adres is geconfigureerd, hebt u via een ondersteunde browser toegang tot de interface. Welke gebruikersnaam en wachtwoord worden gebruikt, wordt uitgelegd in het artikel Wat is het standaardwachtwoord voor iDRAC? 

Wanneer u verbinding maakt met de iDRAC-interface, wordt het volgende bericht weergegeven: "Er is een probleem met het beveiligingscertificaat van deze website." Dit is normaal als het SSL-certificaat van de iDRAC, een externe provider. Klik op 'Doorgaan naar deze website' om verbinding te maken.


De inloginterface van iDRAC8