Door: Hans Timmerman, CTO Dell Nederland
Vorige week heb ik twee fantastische conferenties bijgewoond die in mijn ogen een ijkpunt zijn van waar we staan in de ontwikkeling van de nieuwe informatiemaatschappij. Twintig jaar geleden kwamen de eerste digitale mobiele telefoons op de markt en zette de groei van internet en mobiel exponentieel door. Maar die internetbubbel groeide te snel en vele nieuwe dotcom bedrijven probeerden deelgenoot te worden van de – achteraf – te ver opgeblazen verwachtingen van wat de digitale markt ons toen al zou kunnen brengen. De internetcrisis in 2001 leverde veel rode cijfers en faillissementen op. Naast bedrijven verloren vooral particuliere investeerders honderden miljarden euro’s geïnvesteerd startkapitaal dat jaar: de illusie was over.
Internetbubbel
Maar vanaf 2001 ontstond een gestage stroom van innovatieve toepassingen die ons hielpen om in een digitale internetwereld te functioneren. In oktober van 2001 werd de iPod gelanceerd die heftige kritiek kreeg vanwege zijn (te) hoge prijs van $400. Ondanks alle doemscenario’s werd het product een succes en we kunnen de iPod, in combinatie met de dienst van iTunes, met recht de start noemen van de nieuwe informatiemaatschappij. De consument omarmde deze nieuwe producten, toepassingen en diensten zodra zij via de kabel of mobiel toegang kregen tot internet. Toch heeft ‘slechts’ zo’n 50% van de wereldbevolking pas toegang tot internet, terwijl dat voor ons intussen de gewoonste zaak van de wereld is. Er is nog veel groei mogelijk.
Datacenters
Datacenters zijn de fabrieken voor de digitale wereld. Daar wordt gegenereerde data opgeslagen en met applicaties verwerkt tot inhoudelijke berichten, specifieke informatie en toepasbare kennis. Dankzij de virtualisatie van de hardware is de efficiency van die datacenters de afgelopen twintig jaar enorm gestegen. Bij VMworld 2018 Europe werd dit jaar nog even stilgestaan bij het feit dat virtualisatie het mogelijk maakte om tot maar liefst 80% op het energieverbruik van datacenters te besparen. En dat terwijl de energiehonger van de data-fabriek nog steeds heftig groeit.
Maar tevens kunnen we constateren dat we na diezelfde twintig jaar ‘eindelijk’ volwassen techniek in handen hebben om stabiele, schaalbare en betrouwbare informatieplatformen te bouwen en te beheren. Vooral als je ziet wat VMware na server virtualisatie in 2000, software defined storage in 2009, software defined networking in 2012 en software defined digital workspace uiteindelijk heeft bereikt. Een ecosysteem waar multicloud, hybride cloud en virtual cloud networking mogelijk is op alle mogelijke platformen waar een bedrijf of organisatie behoefte aan heeft. Je zou kunnen zeggen dat de twintig jaar geleden gestarte virtualisatie en bijbehorend cloud operation model volwassen zijn geworden.
Klaar voor… !
Mijn gevoel na de VMware presentaties was dat de informatietechniek een ‘beetje af’ is. Natuurlijk zal er nog veel kunnen verbeteren, goedkoper kunnen, slimmer toegepast en creatiever ingezet kunnen worden. Maar in de kern is de noodzakelijke virtuele en cloud techniek aanwezig, te koop en effectief en veilig toe te passen. Zowel wat betreft grote publieke clouds, private clouds bij providers als eigen on-premise cloud toepassingen. Zelfs in het netwerk en aan de eindpunten van de infrastructuur is het virtuele cloudplatform aanwezig en bruikbaar.
Met de zich nu snel ontwikkelende trend aan de randen van de infrastructuur waar het Internet of Things en het Internet of People zich bevindt, zal de focus meer naar die randen gaan. Met nieuwe virtuele en augmented werkplekken die de virtuele wereld en de fysieke wereld combineren. Dit zowel voor dingen die meten, uitvoeren en bewaken als voor de nieuwe werkplekken waar de mens-machine relatie steeds meer zichtbaar wordt.
Machine-learning zal zich de komende decennia sterk ontwikkelen en de cirkel sluiten tussen de fysieke wereld en de digitale wereld. Het begrip ‘digital twin’, dat jaren geleden binnen computer aided engineering en industriële automatisering ontstond, is nu opeens het nieuwe buzzwoord geworden. Wellicht een signaal dat nu ook de grote massa begrijpt dat we de cirkel kunnen sluiten tussen het ‘fysical thing’ en zijn ‘digital twin’.
Klaar voor… ?
De techniek is klaar om overal breed ingezet te worden, maar er is nog een stevige drempel bij veel organisaties om die verandering daadwerkelijk in te zetten. De moderne mens is als consument volledig digitaal, maar als medewerker of ondernemer is dat minder het geval. Enerzijds is dit begrijpelijk omdat een consumentenproces minder impact heeft dan een business proces. Denk bijvoorbeeld aan compliance, wetgeving, belasting, financiële consequenties en aansprakelijkheden die het veel lastiger maken om een proces snel te veranderen en betrouwbaar te implementeren.
Bij Gartner lag dan ook een groot accent op de boodschap dat de cultuur bij veel organisaties digitale transformaties in de weg staat. Ook hebben bedrijven en organisaties na de financiële crisis nog last van achterstallig ‘digitaal’ onderhoud. Consumentenartikelen hebben een vervangingstermijn van 3 tot 5 jaar, maar voor bedrijfssystemen ligt dat anders. Een systeem gaat daar 7 tot 15 jaar mee voordat het economisch moet of kan worden vervangen. En dan nog probeert men eerder het systeem uit te breiden dan het vanaf ‘scratch’ met nieuwe techniek en diensten opnieuw op te bouwen. Dit laatste is echt noodzakelijk, alleen al uit het oogpunt van digitale veiligheid.
Nieuwe start…
Soms is een nieuwe start het slimste: naast de bestaande infrastructuur een totaal nieuwe moderne omgeving opbouwen. Met gebruik van make or buy beslissingen informatiediensten zelf (kunnen) ontwerpen en toepassen, de operatie uitbesteden of gewoon ‘off the shelf’ diensten van buiten inkopen. Nieuw bouwen blijkt in de praktijk (veel) goedkoper dan voortborduren op een verouderde infrastructuur. Daarnaast – en nog veel belangrijker – kan de modernste veiligheid en privacy dan al direct vanaf het ontwerp worden ingebouwd. In deze wereld met actieve cyberoorlogen en strenge compliance-eisen is dit geen slecht idee.
Toen de NATO in 2012 enkele bestaande systemen wilde integreren, hield de toenmalige CIO die integratie tegen en besloot tot volledige nieuwbouw. Hierdoor kon moderne security vanaf het begin worden ingebouwd en bleek de bouw uiteindelijk maar 70% te kosten van de eerder begrootte integratieprojecten. Na een periode van enorme innovaties zoals op dit moment het geval is, is het ‘gewoon’ beter om nieuwbouw te plegen. Daarbij is het realiseren van een cultuuromslag ook makkelijker omdat het nieuwe system direct een moderne digitale bedrijfsvoering zal ondersteunen, zonder handicaps uit het verleden.
In de vorige economische Kondratieff golf van 50 jaar duurde het na de initiële innovatiegolf nog decennia voordat de toen ontwikkelde techniek uiteindelijk in alle hoeken en gaten van bedrijven, organisaties en maatschappij kon worden toegepast. Dat geldt nu weer en de komende twintig jaar zullen we de nu reeds bestaande techniek onze organisaties binnenbrengen. Cultuur is menselijk en de mens verandert niet zo snel. Soms moeten we accepteren dat we ons die tijd moeten gunnen…